Kleine harten, grote emoties.Verlies en verdriet in de klas.
De inhoud van dit project richt zich op:
Je bent meester of juf op een basisschool. Je hebt 30 kinderen in je klas. Al deze kinderen hebben grootouders, ouders, huisdieren, toekomstplannen en een (gezond) lichaam. Dit zijn allemaal waardevolle dingen in het leven van je leerlingen. Dingen waarvan het pijn doet als ze verloren gaan. De kans dat zich een verlies- of rouwsituatie voordoet die een van je leerlingen raakt is dus aanwezig. Kinderen verliezen een (groot) ouder, hebben ouders die gaan scheiden of krijgen te maken met ziekte in hun omgeving. Daar wil je liever niet aan denken. Maar je weet dat er een moment komt dat je er als leerkracht mee te maken krijgt. En dan? Welk gedrag zie je bij kinderen in rouw? Hoe ga je als leerkracht om met de ‘grote vragen’ die verliessituaties op kunnen roepen? In dit project ontwikkel je jezelf in het begeleiden van leerlingen in het bespreekbaar maken van en het omgaan met verdriet, rouw- en verlieservaringen.
A.3 Leidinggeven aan het groepsproces A.4 Interactie aangaan met de groep B.2 Leeractiviteiten ontwerpen B.3 Leeractiviteiten begeleiden C.1 Rekening houden met verschillen in cultuur, waarden en normen
Doelen Narratief Zelfportret P fase (4) Je kunt in enkele situaties uit de stage waarin morele, pedagogische en/of levensbeschouwelijke kwesties een rol speelden beoordelen wat voor jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling waardevol was.
Ik werk aan de volgende Kritische Handelingen:
A.1 Invloed uitoefenen op het pedagogisch klimaat A.2 Leidinggeven B.2 Leeractiviteiten in samenhang ontwerpen
Doelen Narratief Zelfportret H fase
(2) Je laat aan de hand van enkele geplande morele en/of levensbeschouwelijke praktijksituaties zien:
Hoe je leerlingen individueel begeleidt in hun identiteitsontwikkeling. Hoe je in je handelen ruimte creëert voor culturele en levensbeschouwelijke diversiteit. Dat je op de hoogte bent van culturele en levensbeschouwelijke verschillen.
Ik werk aan de volgende Leeruitkomsten:
LU 1 universele leeruitkomsten: Ontwerpen, realiseren en evalueren van leeractiviteiten. Inspelen op specifieke leer- en ontwikkelbehoeften.
Specifieke leeruitkomsten basisonderwijs: Vakinhoudelijk en vakdidactisch portfolio.
Leeruitkomsten jonge kind: Fundamentvoor het werken met jonge kinderen.
Ik werk aan de volgende Leeruitkomsten:
LU 2 Universele leeruitkomsten: Realiseren van leertrajecten. Omgaan met de groep en groepsdynamiek.
De leraar als professional: Professionele identiteit en bijdragen aan de leef- en leeromgeving in verbinding met de omgeving.
Dit project is geslaagd als:
Productdoel Je aan het einde van dit project een concrete werkvorm voor verlies of rouw hebt gecreëerd die je hebt toegepast in de praktijk.
Procesdoel Jij je verdiept hebt in theorieën omtrent verlies- en rouwverwerking en dit in beeld weet te brengen voor het jonge kind of het oudere kind.
Je concrete ideeën hebt opgedaan om met het thema verlies en verdriet aan de slag te gaan in de klas.
Theoretische concepten:
Levo concepten: Biografie en diversiteit Levend Verlies Verlieservaringen Levensvragen